De jacht komt de laatste dagen weer naar voren in de media, vooral in de (kwaliteits)kranten. Zo ook in ‘onze krant’ thuis, het NRC. Wat opvalt is dat het enigzins gekleurde berichtgeving betreft. Een paar voorbeelden:
Hanna Hosman schrijft in het NRC over Brigitte Bardot die bij president Macron een verbod op de Franse chasse a courre bepleit. Hosman spreekt foutief over een “verbod op slipjacht” en stelt: “Het concept van de slipjacht leeft nog wel, ook in Nederland: ter vervanging van de prooi wordt een reukspoor ingezet.” ‘Slipjacht’ of ‘sleepjacht’ is juist de jacht op een geurspoor dat met een gesleepte dummy wordt uitgezet. Ruiters te paard volgen met de hondenmeute het geurspoor. Er zijn daarvoor zeker bezwaren aan te dragend als verstoring van de rust in een natuurgebied, maar slipjachten worden doorgaans met zorg uitgezet, zodat de verstoring minimaal is en zodat er geen schade aan de natuur wordt aangebracht. Het hoofdpunt is dat er bij slipjacht juist geen dieren gedood worden! Het gaat juist om samenspel van mens, paard en hond.
De chasse a courre, de traditionele parforce jacht, is wel gericht op het doden van een dier zoals dat in de Middeleeuwen en de Klassieke Oudheid al gebeurde. Een zwijn of hert wordt daarbij opgejaagd door paard en meute, totdat het dier is uitgeput of omsingeld, ofwel in het water gedreven wordt, zodat een lanceur met een speer of wildvanger het dier in het hart kan steken. Ikzelf snap de traditie achter deze vorm van jacht en ik weet hoezeer ze is verweven met de Franse cultuur, maar ik ben er zelf geen voorstander van. Ik schreef in mijn artikel over jachttradities al dat ook tradities met de tijd mee veranderen. De chasse a courre gaat in tegen onze moderne jachtethiek van dierenwelzijn en het voorkomen van lijden en stress bij het wild. Slipjacht is daarvoor juist een mooi alternatief!



Een ander artikel in het NRC van de hand van Sarah Ouwerkerk, over de opkomst van de wasbeerhond, kopt: “De wasbeerhond moet bestreden worden, zegt de jager. Zinloos, zegt de ecoloog, hij gaat nooit meer weg.” Op zich een goed artikel dat beide kanten van het verhaal over invasieve exoten belicht. Bjorn van der Veen is daarin ook een jager bij uitstek om te vertellen over de kwestie. Ik ben zelf overigens ook niet per se van het motto “exoot moet dood”, maar ik snap vanuit mijn ecologische achtergrondkennis wel dat de bestrijding van invasieve exoten vaak noodzakelijk is. Ik kan bijvoorbeeld erg genieten van de Canadese ganzen bij ons in de wijk, al maak ik me soms wel zorgen over hun toenemende aantallen. Natuurlijk is er in deze kwestie altijd weer een middenweg, maar het artikel stelt vooral één jager en één ecoloog als elkaars tegenpolen. Hoewel beide mannen de middenweg wel lijken te zoeken, komt dit mijns inziens niet heel sterk naar voren in het artikel. Er zijn overigens genoeg ecologen die ook jagen. Hun inzichten zouden hier bijzonder waardevol zijn.

Onno Havermans berichtte in Trouw: “De Dierenbescherming maakt zich zorgen. In plaats van kwetsbaar wild wil staatssecretaris Rummenie de jacht centraal stellen in het faunabeheer. ‘Dat het slecht gaat met dieren lijkt er niet toe te doen’. ” Dat het idee ‘dat het slecht gaat met de dieren’ is gebaseerd op eenzijdige tellingen en dat daar momenteel verandering in is gekomen door nieuwe telprotocollen en samenwerking tussen jagers en andere natuurorganisaties wordt wel genoemd, maar het artikel is vooral eenzijdig op de hand van Léon Ripmeester, de jurist van de Dierenbescherming. Nu snap ik verder dat, zoals het artikel bespreekt, minister Rummenie er soms nogal vreemde ideeën op nahoudt en ik ben zelf ook geen groot aanhanger van de BBB, maar de berichtvorming is vrij eenzijdig. Verder wordt er verwezen naar een aardig artikel van Heidi Looij, maar ook naar het rommelwerkje ‘Jagerslatijn’ van Nettie Dekker, waaraan ik binnenkort nog een blogartikel wil wijden.
Het is een greep uit de media van de laatste dagen, maar het laat zien dat de berichtgeving niet altijd helemaal helder is en dat het makkelijk blijkt om de jacht eerder negatief dan positief te belichten. Ook hier ligt polarisatie weer op de loer, dus laten we als beschouwers vooral opbouwend kritisch te werk gaan en de rationele dialoog met elkaar blijven aangaan, op zoek naar een middenweg en wederzijds begrip tussen voor- en tegenstanders van de jacht.
Geef een reactie