Persoonlijk ben ik altijd onder de indruk van Anne Kuik, politica bij het CDA. Zij zet zich in tegen mensenhandel en voor gerechtigheid en fatsoen in de samenleving. Maar ook schrijft ze vaak goede, kritische stukje over bijvoorbeeld (draadloze) oortjes en de ontwrichtende werking ervan op onze samenleving. Oortjes zijn natuurlijk niets nieuws, als tiener liep ik ook met een walkman en later met een discman en MP3-speler rond. Maar wat me zo langzamerhand opvalt is dat, sinds de komst van de draadloze oortjes, mensen zich overal lijken af te sluiten van de buitenwereld. Niet alleen met hun aandacht zijn ze vaak verzonken in hun telefoon, ook hun zintuigen worden door de oortjes afgesloten van de realiteit.
ΓΓ©n van de meest ergerniswekkende situaties vind ik mensen met oortjes in tijdens het autorijden, vooral van die noise cancelling oortjes. Het spreekt voor zich hoe gevaarlijk dat kan zijn als die oortjes de bestuurder afsluiten van de omliggende verkeerssituatie! Natuurlijk snap ik ook dat een enkel oortje gebruikt kan worden om handsfree te bellen, dat is dan weer veiliger dan met een telefoon in de hand rijden. Maar nog irritanter, of op zijn minst bizar vind ik, u voelt het al aankomen, het dragen van oortjes in het bos.

Vanochtend gebeurde het weer: ik maakte met mijn hond een heerlijke ochtendwandeling in het lokale bos. Nu de lente begint loop ik dan te genieten van het lied van de roodborstjes en de zanglijster, het geluid van de tjiftjaf, de roep van de bonte specht en diens gehamer tussen de boomstammen en het geluid van de wind die door de sparren ruist, de eeuwig zingende bossen. Ik moet mijn ergernis slechts even beteugelen als er weer loslopende honden voorbij schieten in een gebied waar duidelijk is aangegeven dat honden aan de lijn moeten.
Enfin, daar gebeurt het. In een oude beukenlaan komt een man het pad op gelopen die ik al een minuut lang kon horen voordat ik hem kon zien. Twee witte, draadloze oortjes prijken in zijn oren. Hij staart ergens naar een willekeurig punt in de verte en lijkt tegen de bomen te brullen: “Nee, nee, zorg maar dat ze het geregeld krijgen. Ze kunnen ook helemaal niks op die afdeling. Jezus, wat doen ze daar eigenlijk?!” Ik probeer oogcontact te maken en tik tegen de rand van mijn pet om de man te begroeten en wens hem een “goedemorgen.” Uiteraard komt de boodschap niet aan. Ik vervolg de wandeling en zie een reegeit liggen tussen de bramen. Even later komt er een hardloopster langs in felle kleurtjes. Ook weer oortjes in, al knikt ze vriendelijk in het voorbijgaan. Het duurt vervolgens niet lang voor ik twee oudere dames tegenkom, die niet met elkaar in gesprek zijn maar ook allebei als een soort zombies voorbij schuifelen, wederom met oortjes in. Ik wandel vaak en veel, maar ik draag nooit oortjes. Je gaat toch wandelen om te genieten van de wereld om je heen?
Ik vraag me dan ook af waarom die mensen specifiek in het bos gaan wandelen. Ze kunnen dat net zo goed elders doen, ze zijn toch niet met hun aandacht bij het bos. Een paar blokjes rond hun eigen huis gaat ook prima met die oortjes in. Wanneer ik in het bos loop, dan ben ik als vanzelf verbonden met de wereld om me heen. Ik hoor de vogels, de wind, de dieren en de geluiden van het platteland. Ik kijk om me heen naar de dieren, de manier waarop het licht door de boomtakken valt. Ik zoek sporen op de grond, kijk naar de wildwissels en bekijk de ontluikende planten en bloesems die de lente zo mooi maken. Bij een vennetje stop ik even om naar het waterleven te kijken. Soms let ik even bewust op mijn ademhaling, een soort loopmeditatie, om nog directer verbonden te zijn met het huidige moment. Als ik een bankje tegenkom ga ik even zitten en geniet van het bos in al haar lentepracht. En ik denk bij mezelf: Die mensen met oortjes in missen dit allemaal!

(Bron: https://www.verywellmind.com/what-is-forest-bathing-5190723).
Thuis gekomen zie ik in het lokale weekblad een artikeltje over ‘bosbaden’ of shinrin-yoku, een relatief nieuwe hype en therapievorm waarbij wandelen en meditatief het bos ingaan en verbonden zijn met het bos centraal staan. Compleet met een afbeelding van twintigers en dertigers, gestoken in hippe yogapakken of wandelkleding. In Japan, waar het bosbad-principe vandaan komt, bestaat het bosbaden uiteraard al veel langer. Er bestaan zelfs bosbaden-coaches of shrinrin-yoku-natuurgidsen! Misschien heb ik mijn roeping gemist? Ik doe immers blijkbaar niets anders dan bosbaden!
Voor mij is dit ‘bosbaden’ een normale gang van zaken, elke keer als ik in het bos of in het buitengebied ben. Of ik nu wandel, bezig ben met een telling of op jacht ben, ik probeer altijd bewust te zijn van mijn plek in de natuurlijke wereld. Voor mij hoeft die ‘bosbad’-stempel daar niet opgedrukt te worden. En waar maak ik me eigenlijk druk over?! Laat die mensen-met-oortjes maar lekker hun ding doen, zo lang ze maar niet lopen te brullen in het bos. Eerlijk is eerlijk, misschien horen ze via die oortjes wel een reclame voor het bosbaden en beseffen ze zich dat er meer is dan de wereld achter het scherm en in hun eigen hoofd. Het bosbaden zou ze in ieder geval goed doen!